Geen cijfers geven — een terugblik

Het einde van het schooljaar nadert. Een periode om samen met collega’s het lopende jaar af te sluiten en voorbereidingen te treffen voor de introductie periode van het nieuwe schooljaar. Nu onze LOF-aanvraag voor formatieve evaluatie is toegewezen, komen daar ook de benodigde voorbereidingen nog bij om een knallende start te kunnen maken eind augustus voor ons cijferloos lesgeven.

Voor het zover is, rest me het jaar af te sluiten met klas 1W. De klas die vanaf november 2015 geen cijfer meer heeft gehad. En wat heb ik genoten van klas 1W!

Er is in de media steeds meer belangstelling voor formatief toetsen

In mijn eerdere blogs heb je al kunnen lezen dat ik super enthousiast ben o ver het lesgeven en actief leren zonder cijfers. Niet voor niets hebben we een evenement gepland op 3 november 2017 over formatieve evaluatie. Niet voor niets is de facebookgroep Actief leren zonder cijfers is nog steeds groeiende. Niet voor niets merken we in de media steeds meer belangstelling voor formatief toetsen en formatieve evaluatie. Een mooi voorbeeld is de formatieve evaluatie van het schrijfonderwijs, een lopende project van SLO

Als ik met de klas terugblik op wat er in de klas gebeurt is vanaf het moment dat we begonnen zijn met het loslaten van cijfers voor toetsen komt er een lange lijst boven drijven.

De lijst is al vele malen langer dan ik vooraf had kunnen bedenken. Sterker nog, ik had bij de start niet zo nadrukkelijk nagedacht over wat ik zou willen realiseren. Mijn verwachting was: meer gemotiveerde leerlingen en meer eigenaarschap van leren bij de leerling. Ik had ook verwacht dat ik voorafgaand aan het toetsmoment al meer feedback aan de leerling zou hebben gegeven. Mijn verwachtingen zijn uitgekomen, meer dan dat zelfs:

  • Ik ben als docent bewuster geworden van de leerdoelen die ik nastreef bij mijn leerlingen (mijn curriculumbewustzijn is groter geworden);

 

  • De leerdoelen ben ik concreet gaan beschrijven en gaan delen met de leerlingen, zij hebben nu meer zicht op waar ze heen gaan/moeten;

 

  • De leerling en ik zijn gaan bijhouden in welke mate de leerlingen hun leerdoelen beheersen, zodat zij en ik weten wanneer ze iets moeten herhalen en wanneer ze de verdieping in kunnen;

 

  • Om dat te ondersteunen heb ik regelmatig de klas tijd gegeven om te werken aan die leerdoelen die zij nog willen bereiken of verbeteren;

 

  • Ik ben begonnen met het zelf bijhouden van de vorderingen van de leerling. In de tweede helft van het jaar heb ik geprobeerd om leerlingen dat zelf te laten doen. Dat is nog niet zo goed gelukt als ik gehoopt had. Een aandachtspunt voor volgend jaar dus.

 

  • Leerlingen zijn elkaar meer en meer gaan helpen bij het maken, leren en oefenen van wiskunde;

 

  • We zijn ICT tools gaan gebruiken als GoFormative, Bettermarks, Google forms, Quizlet Live, Socrative, Kahoot, Smart Response. Niet alleen omdat ze leerlingen het leuk vinden, maar vooral de combinatie tussen een activeren van leerlingen en het verzamelen van informatie. Alle genoemde tool bieden ook voldoende data om je vervolg stap in de les te plannen. Een aantal van deze ICT tools stimuleren ook samenwerking en/of maken het mogelijk om feedback te ontvangen en te verwerken. Er is nog niet zo iets als de ideale tool. Kies dus steeds de tool die je (les)doel het meest of beste ondersteunt.

 

  • Differentiëren is als vanzelf een gevolg van formatief evalueren: iedere leerling heeft een ander palet aan nog te realiseren leerdoelen, een ander tempo en ook een andere ambitie;

 

  • Ik ken mijn leerlingen beter en de leerlingen kennen mij beter: de band tussen mij en de meeste leerlingen is geïntensiveerd;

 

  • Het realistisch bijhouden van vaardigheden op het RT1 gebied (conform de RTTI methodiek) is goed gelukt’ het goed kunnen inschatten van T2 & I vragen vind ik nog lastig. Ik ben nog zoekende naar manieren waarmee leerlingen hun ‘meesterschap’ kunnen aantonen;

 

  • Communicatie met de mentor is van groot belang. Omdat we nog steeds in een cijfersysteem werken met bevorderingsnormen, is het belangrijk om de vorderingen niet alleen te delen met leerlingen en mentoren. Richting ouders hebben we daar nog veel te weinig in gedaan. Overigens heb ik ook nauwelijks vragen gekregen van ouders. Voor het komende jaar gaan we wel iets in gang zetten om er voor te zorgen dat school en ouders dezelfde taal spreken als het gaat om cijferloos lesgeven.

 

De vibe in de klas is veel constructiever geworden;

 

  • De vibe in de klas is veel constructiever geworden; verschillen mogen er zijn. De vragen die gesteld worden zijn concreter dan voorheen en al meer zelf, of in een groepje, verkend. Er heeft dus al een actief denkproces plaatsgevonden voordat hulp van de docent ingeschakeld wordt. De docent helpt gelijk een groepje i.p.v. individuele leerlingen.

 

  • Toch zijn er ook nog een paar leerlingen die de kantjes er vanaf proberen te lopen (en die dat soms ook lukt), duikgedrag vertonen en ondanks veel pogingen geen stukje eigenaarschap van het eigen leren hebben kunnen oppakken. Ik wil nog goed analyseren wat ik daar mee kan;

 

  • Feedback aan elkaar geven vinden leerlingen leuk, maar ook spannend en best moeilijk. In het begin ben ik er vanuit gegaan dat leerlingen al enige vaardigheid hadden m.b.t. het geven van feedback. Het tegendeel is waar: het geven van feedback moeten leerlingen geleerd worden. Net zoals ze moeten leren om feedback te kunnen ontvangen, en daarna ook nog effectief die ontvangen feedback te verwerken;

 

  • Nog steeds zijn er leerlingen die bij een toets vragen of die nou meetelt. Dat geeft wel aan hoe hardnekkig het halen van cijfers in ons ‘leren’ zit. Ik ben overigens doorgegaan met het afsluitend toetsen van hoofdstukken als vangnet en ter vergelijking met parallelklassen;

 

Deze lijst zal misschien nog niet compleet zijn. Maar het toont wel aan dat formatieve evaluatie geen afgebakende en losstaande onderwijsontwikkeling is. De opbrengsten van dit jaar geven mij veel energie en vertrouwen. Ik ben er inmiddels van overtuigd dat deze manier van leren meer te bieden heeft dan de traditionele manier van het meten van leervorderingen. De toekenning van de LOF-aanvraag is prachtig, maar nog blijer wordt ik van het feit dat collega’s opstaan en samen met mij deze ontwikkeling en uitdaging willen aangaan.

Ik kijk uit naar de vakantie, maar wel als tussenstation om komend jaar onze ontdekkingstocht als team door te zetten!

8 gedachtes over “Geen cijfers geven — een terugblik

  1. Ik ben heel benieuwd of je ook verschillen ziet met de parallelklassen. Heb je een controle gedaan met vergelijkbare leerlingen en effectgroottes berekend?

    Like

    • Dit jaar had ik zelf geen parallelklassen. Mijn leerlingen scoren gelijk of hoger aan parallelklassen van andere docenten. Vaak zonder specifieke voor bereiding op dezelfde toets. Effect zit niet alleen op het cijfer. Manier van leren, feedback leren geven, gericht kunnen werken aan doelen etc laten zich lastig meten, laat staan effectgrootte’s. Eerlijk gezegd laat ik het wetenschappelijke deel graag aan anderen over die daar meer expertise in hebben.

      Like

  2. Een mooie manier van lesgeven ! De achterblijvers idd in de gaten houden , misschien snappen ze ( nog) niet van hen verwacht wordt.
    Ik blijf je volgen!

    Like

Plaats een reactie