Werkvorm voor formatief evalueren: controle van begrip vraag

Op het moment dat je formatief gaat handelen in je lessen, gebruik je werkvormen die niet alleen testen wat de leerling al weet, maar ook werkvormen die het leren bevorderen.

Een voorbeeld van zo’n werkvorm is de controle van begrip vraag. Soms ook wel een diagnostische vraag genoemd.

Het lastige bij het leren zichtbaar maken is dat iets pas geleerd is als het in het lange termijn geheugen zit. Tijdens een instructie of kort na het oefenen en/of verwerken is het duurzaam leren dus nog lastig vast te stellen. Wat je wel kunt vaststellen is of iets NIET geleerd is.
Iets wat nu wel bekend is bij de leerling kan dat over vier weken nog steeds zijn, misschien ook niet. Maar iets wat nu niet bekend is bij de leerling zal dat over vier weken ook niet zijn.
Daarom is het belangrijk om vast te stellen of iemands iets nog niet weet of goed begrijpt, hoe eerder hoe beter!
En dat is makkelijker dan je wellicht denkt: het stellen van een controle van begrip vraag (of vragen) tijdens of vlak na je instructie.

 

Hoe ik de werkvorm inzet is als volgt.

  1. Bij het voorbereiden van de les bedenk ik bij het concept of onderwerp wat een veelgemaakte fout van leerling hierbij is, of welke misvatting je veel tegenkomt.
  2. Ik bedenk een multiple choice vraag waarbij ik de veel gemaakte fout zichtbaar krijg.
  3. Ieder fout antwoord wat ik hierbij bedenk moet mij informatie geven over de fout die een leerling maakt, een toelichting zou niet nodig moeten zijn.
  4. Een leerling mag niet met een foute redenatie op het goede antwoord komen.
  5. De vraag moet binnen 10 tot 20 seconden beantwoord kunnen worden.
  6. Leerlingen beantwoorden de vraag met het opsteken van 1,2,3, of 4 vingers (voor antwoorden A, B, C of D. 
  7. Ik laat per antwoorden een leerling zijn motivatie geven, ik geef nog niet aan wat goed of fout is.
  8. Ik laat daarna leerlingen opnieuw stemmen, ze mogen van antwoord wisselen t.o.v. de eerste stemronde.
  9. Ik geef het goede antwoord en leg uit waarom dat zo is.

 

Afhankelijk van de hoeveelheid foutieve antwoorden weet je of je (groepjes) leerlingen nog aanvullend uitleg moet geven of niet.

 

Wat ik fijn vind aan deze vorm is dat het mij informatie geeft over wat de leerling begrijpt en geleerd heeft. Een leerling krijgt een mogelijkheid om zijn antwoord aan te passen, wat ruimte geeft aan het creëren van een cultuur waarin je fouten mag maken.

 

Praktisch

Ik bereid meestal ook een tweede (en soms derde) gelijksoortige opgave voor. Niet moeilijker en niet makkelijker. Deze kun je aansluitend of iets later nog een keer stellen, op eenzelfde manier.

Stap 6 kun je nog uitbreiden met het op laten steken van een vuist indien de leerling echt geen idee heeft wat het goede antwoord moet zijn.


Werkvorm downloaden als pdf:

Controle van begrip vraag

 

 

Bronnen / verder lezen:

Wat maakt een diagnostische (controle van begrip) vraag een goede vraag? Blog van Craig Barton

https://medium.com/eedi/what-makes-a-good-diagnostic-question-b760a65e0320

Een database met heel veel diagnostische vragen (Engelstalig, veel wiskunde)

https://diagnosticquestions.com

 

Voorbeelden:

 

 

Het hellingsgetal geeft aan hoe steil de lineaire lijn is. Een positief hellingsgetal is een stijgende lijn (van links naar rechts bekeken). Een negatief hellingsgetal een dalende lijn. In het begin van het werken hiermee vergeten leerlingen vaak bij een dalende lijn een negatief hellingsgetal te geven. Antwoord C (bijna net zo vaak gekozen als het juiste antwoord B) laat dat zien, en daarbij staat dat antwoord in de vorm die altijd in eerste instantie aangeleerd wordt.

 

 

 

 

 

Leerlingen die het woord wel weten in spreektaal, en twijfelen over de schrijfwijze kiezen vaak voor antwoord B of C (fonetisch).