Boekbespreking: Stop talking start influencing

Afgelopen zomer heb ik een boek gelezen van Jared Cooney Horvath genaamd:

stop talking start influencing
12 insights from brain science to make your message stick

 

Hoe ik bij dit boek precies ben uitgekomen weet ik niet. Ik vermoed ergens op een lijstje gezien en met name het laatste deel van de ondertitel triggerde mij.
Eén van de eerste boeken die ik las over hoe leren werkt was Make it stick. Blijkbaar werkt het brein zo dat de aanwezige voorkennis relevant is voor wat je ziet / hoort.
Dus viel dit boek op.

In eerste instantie dacht ik dat het wat meer gericht was op presenteren, maar de blik op de inhoudsopgave gaf aan dat dat wel eens anders kon gaan worden.
En dat bleek.

De 12 insights die ook de hoofdstukindeling vormen zijn:

  1. Text +speech
  2. Images + speach
  3. Space
  4. Context/State
  5. Multitasking
  6. Interleave
  7. Error
  8. Recall
  9. Priming
  10. Story
  11. Stress
  12. Distribution

Lezers die al wat meer bekend zijn met leerstrategieën zoals die genoemd worden door de Learning Scientists en in Wijze lessen herkennen in deze hoofdstuk indeling al het nodige.
Dat geeft dus wel aan dat het niet alleen maar om gelikte presentatie skills gaat: er wordt in het hele boek steeds een vertaling gemaakt van hoe hersenen werken, wat we weten over hoe een mens leert naar wat dat betekent voor o.a. lesgevenden:  hoe kun je in het leren gebruik maken van die kennis?

Een voorbeeld uit hoofdstuk 1 Tekst + Spraak

Jared zet uiteen dat in de 17e eeuw lezen meestal met geluid samen ging: hardop (voor) lezen was meer gewoonte dan in stilte voor jezelf lezen.
Als je in stilte lees is de kans groot dat je toch iemand hoort: jezelf. Dat is niet altijd het geval:

“I dit not have sexual relations with that woman”

De kans is groot dat je Bill dat hoorde zeggen in zijn stem.

Een deel van het brein dat spraak verwerkt is, is Broca/Wernicke netwerk. Dat deel werkt als een soort van bottleneck bij het verwerken van meerdere gesprekken tegelijkertijd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In een experiment dat Jared je laat uitvoeren (tegelijkertijd luisteren naar een nieuwsprogramma op tv en een gesprek tussen mensen op de radio) merk je dat je niet beide gesprekken inhoudelijk kunt volgen. Je voelt jezelf switchen en je hebt geen idee wat je gemist heb in jet andere gesprek. Blijkbaar kan er maar één tegelijk verwerkt worden en wat geblokt wordt mis je volledig.

In een volgend experiment luister je nog steeds naar een nieuwsprogramma (radio of tv) en tegelijkertijd lees je een stuk tekst in een boek of krant wat je nog niet eerder gelezen hebt met als opdracht om gelijktijdig in stilte te lezen en het gesprek inhoudelijk te volgen. En het lukt me echt niet om inhoudelijk de tekst te lezen/begrijpen terwijl ik ook het gesprek volg.
Blijkbaar werkt hier de Broca/Wernicke bottleneck ook.

Dat heeft consequenties:

  • Als leerlingen een tekst lezen en ik praat er door heen dan komen niet beiden binnen, sterker nog die zitten elkaar in de weg
  • Dat kan dus tekst in een boek zijn of een presentatie slide vol tekst (nu weet je waarom dat niet handig is)
  • Muziek luisteren tijdens leren: muziek met spraak dus niet!

Het verklaar ook dat ik soms stukken van een podcast mis tijdens het wandelen. Door iets wat gezegd wordt ga ik nadenken, mijn gedachten dwalen af: ik ben in gesprek met mezelf en mis volledig de volgende minuten van de podcast.

 

De rest van het boek

Het experiment dat hij je laat uitvoeren is slechts één manier waarop hij je allerlei inzichten laat ervaren. Het boek zit er vol mee. Ik vind dat zelf heel prettig, het blijft daardoor geen droge materie en ik denk dat het ervaren van effecten ook er voor zorgt dat je de vertaling naar je eigen omgeving beter kunt maken. Al zou je jezelf de vraag steeds stellen: hoe doe ik dit? of doe ik dit ook?
De kans is dan groter dat je de volgende keer getriggerd bent om het anders te doen: met meer effect (of minder ongewenste effecten).

Ieder hoofdstuk sluit af met implicaties voor docenten, trainers, coaches. Naast een korte beschrijving waar op te letten, beantwoord hij ook een aantal vragen in de stijl van ‘Wat als…” of “Hoe zit het dan met …”

Je kunt de hoofdstukken los van elkaar lezen, ondanks een kleine verwijzing soms naar eerdere hoofdstukken. Dat is niet heel storend. Er zitten tussen sommige hoofdstukken wel bladzijden die relevant zijn voor het laatste hoofdstuk. Doe die dan ook echt al laatste is mijn tip.

 

Wat brengt het mij?

Het is mooi om bijvoorbeeld interleaving en recall eens uit een andere invalshoek te bekijken en over na te denken. Dat versterkt het begrip ervan en het helpt me om nog betere keuzes te maken bij het voorbereiden en maken van lessen en lesmateriaal.
Het verbreed mijn blik om niet alleen te kijken naar leerstrategieën maar ook naar hoe je materiaal presenteert en deelt met leerlingen. Als ik een slide laat zien met tekst ben ik nu vaak eerst even stil. Of andersom ik doe eerst iets in stilte voor en dan pas komt de tekst / samenvatting of stappenplan.

Mijn huisgenoten hebben me tijdens het lezen vaak betrapt op een glimlach en als ze dan iets vroegen deelde ik enthousiast het voorbeeld of experiment. Ik werd er echt vrolijk van.

 

Verder lezen

Jared heeft een website waarin hij naast trainingen ed ook materiaal aan biedt: The science of learning group

Hij is op Twitter te volgen: @jchorvath

En om een indruk te krijgen van hemzelf in een TedTalk (en hetzelfde enthousiasme lees je in zijn boek):

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Herstarten – wat werkt wel en niet en waarom?

De vorige blog dateert alweer van mei van dit jaar.  Of vorig jaar als je in schooljaren denkt.
Ik bekijk het nu graag als vorig jaar. Dat was pittig aan het einde, door allerlei omstandigheden.
Het heeft geleid tot een wisseling van school. Ik heb twee weken vakantie ingeruild (van Midden naar Noord) om te gaan lesgeven op het Alkwin Kollege in Uithoorn.

Ik laat een school achter waar ik geen cijfers gaf,  waar we geen methode hadden in leerjaar 1 & 2, en waar we o.a. ingezet hadden op intensieve coaching van leerlingen.  Ik heb nu weer studiewijzers, een methode en ben geen mentor of coach.
Dat voelt ergens wel prettig: het geeft structuur en houvast. In een nieuwe werkomgeving waarin alles al nieuw en wennen is, voelt het goed om iets te hebben wat er is, van waaruit je aan de slag kunt. Houvast dus.

De klassen die ik heb zijn een Mavo/Havo brugklas, een 3 havo en een 3 vwo.
De bijzonderheden daarin: 3 havo heeft een flink aantal zittenblijvers, 3 vwo is een WON klas die een uur minder wiskunde heeft in de week.
En die twee bijzonderheden geeft gelijk een contrast in de hele dynamiek in die twee 3e klassen.

Afgelopen jaren heb ik voornamelijk 1e en 2e klassen lesgegeven (met een 4 mavo en een half jaar 3 mavo). Daarbij heb ik op die school ook een imago opgebouwd en weet eigenlijk iedereen wie je bent, hoe je les geeft, waar je grenzen liggen etc. Op een nieuwe school is dat natuurlijk heel anders. In die jaren is in mijn klassen een manier van lesgeven ontstaan, die als het ware vanzelf gaat.
Gek genoeg merk ik na drie weken bij mezelf dat ik in de nieuwe brugklas ook les geef ‘als vanouds’. Ik doe wat ik altijd doe, en dat loopt als een trein.
Dat deed ik ook in de 3 havo en de 3 vwo klas en wat blijkt: dat werkt daar (nog) niet.
Ik ben gewend om een deel van de les interactief met leerlingen samen door de instructie, misconcepten en denkvragen te bewegen. De leerlingen in 3 havo en 3 vwo willen meer zelfstandig werken, zo geven ze aan op mijn vraag waarom ze bij de instructie / klassengesprek zo passief en vermoeid kijken of gewoon zelf doorwerken.  Ik krijg ze nog niet actief in het klassikale stuk, dus besloot ik even mee te bewegen in hun wens voor meer zelfwerktijd. Wat er dan gebeurt als je die tijd geeft is echter heel verschillend.

Het is niet dat ik nu gelijk een orde probleem heb, zo zie ik dat nog niet. Maar in beide klassen ben ik niet tevreden, het leren is te passief. Waar bij de ene groep de passiviteit voor het klassikale deel meer voortkomt uit ‘gewoon’ in het eigen tempo lekker door willen werken, lijkt het bij de andere groep meer een algemene passiviteit van geen zin en beperkte motivatie te zijn.  In beide klassen ben ik exit tickets en boarding passes aan het inzetten om op andere manieren terugkoppeling te geven over waar ik de gaatjes zie in wat ze nu kunnen / laten zien en waar de lat eigenlijk ligt. Ik merk dat ik me de hersens breek over hoe ik de leerlingen meer betrokken kan krijgen bij het leren. Ik zie dat de aanpak bij beide 3e klassen anders moet zijn. De informatie die ik uit de exit tickets ophaal staaft mijn gevoel dat er nog veel winst te behalen is. Dat probeer ik ze te laten zien en ervaren.

Het voelt ook alsof ik mezelf even opnieuw moet uitvinden; wat doe ik onbewust bekwaam wellicht in de brugklas? Kom ik al met een vooringenomen beeld in mijn 3e klas binnen en wat is het effect daarvan? Hoeveel tijd geef ik mezelf en de leerlingen om in die actieve leermodus met elkaar te komen? Welke verwachtingen zijn daarbij reëel? Wil en ga ik werken met straffen en belonen en waarom wel of niet? Vind ik het het nieuwe boek van René Kneyber (Orde houden in het VO) of Tom Bennet (Running the room) nog nieuwe aanknopingspunten?

Het kost even wat energie, maar stiekem vind ik het wel leuk om weer even op zoek te gaan, ook bij mezelf.