Deze week heb ik mijn eerste Crowd activiteit georganiseerd. Stiekem vond ik dat toch best een beetje spannend. De opkomst vanuit de Crowd was goed, de opkomst vanuit collega docenten was iets minder dan ik op had gehoopt.
Vanuit ons cijferloos lesgeven lopen we tegen het onderwerp ‘feedback geven’ aan. In de praktijk worstelen we met hoe we dat feedback geven en feedback verwerken goed kunnen vormgeven in onze lessen. Dat worstelen is goed kwam ik achter in de TED talk van Daniel Finkel, die ik gisteren toevallig zag:
Mijn oorspronkelijk idee was om samen feedback materiaal te gaan ontwikkelen en uit te wisselen welke werkvormen collega’s gebruiken om dat feedback proces in de klas op gang te brengen en houden. Doordat ik mijn voorbereiding van het laatste moment liet afhangen, was ik nog maar bij twee slides toen de eerste Crowdie binnen kwam. Ik heb toen mijn plan maar losgelaten, want wat kan er nou eigenlijk misgaan als je met acht andere bevlogen collega’s samen komt om aan professionalisering te werken? Helemaal niets en dat bleek ook achteraf wel.
De enige slide die we gebruikt hebben was de vertaling die Bas Trimbos heeft gemaakt van het origineel van Dylan Wiliam :
We zijn in een levendige uitwisseling alle vakjes langsgelopen en hebben onze persoonlijke ervaringen uitgewisseld, bevraagd en doorgevraagd. Verschillende ondersteunende middelen kwam aan bod, zowel digitaal als niet-digitaal.
Als je naar het schema hierboven kijkt, dan herken je:
- in kolom 1: Feed-up (wat zijn de doelen);
- in kolom 2: Feedback (waar sta je nu) ;
- in kolom 3: Feedforward (hoe kom je een stap verder).
Feedup
We kwamen er in het gesprek achter dat kolom 1 randvoorwaardelijk is voor de kolommen erna. Ofwel: de kern is het helder in kaart brengen van de doelen en duidelijk maken dat leerlingen weten hoe succes in dat doel er uit ziet. Als je dat niet hebt, waar geef je dan feedback op en hoe moet je feedforward geven als je het doel niet weet?
Die leerdoelen in kaart brengen en delen met leerlingen kun je doen met bijvoorbeeld:
- Single point rubric; heeft als nadeel dat je niet concreet verschillende stadia van beheersing/kennis kunt aangeven; voordeel is dat deze rubric heel overzichtelijk is.
- Rubrics met een niveau indeling; vaak worden er drie kolommen gebruikt met “ik kan het nog niet”, “ik kan het bijna” , “ik kan het” achtige benamingen (het kunnen hierin, is gerelateerd aan vaardigheden). Nadeel is dat leerling te gericht op de rubric zijn en de bredere context en studie missen.
- Leerdoelen in een planner, opdracht, werkstuk e.d. opnemen;
- Voorbeelden geven van resultaten van andere leerlingen, van verschillende kwaliteit; daarbij is het heel leerzaam voor ze als zij die voorbeelden in volgorde van kwaliteit moeten zetten en dat beargumenteren naar anderen. Nadeel is dat hier wat meer de focus op de kwaliteit ligt en misschien de onderliggende leerdoelen wat verstopt zitten.
Rubrics maken en delen met leerlingen kan eenvoudig door een spreadsheetachtig programma te gebruiken en die in een digitale leeromgeving met je klas te delen. Het eigen overzicht voor de docent is dan wat minder. Er zijn ook digitale mogelijkheden zoals bijvoorbeeld ForAllRubrics waar ikzelf en Sacha nu ook mee aan het uitproberen zijn. Let wel op hoeveel doelen je stelt. Te veel maakt het onoverzichtelijk en te weinig leerdoelen hebben de neiging om te globaal te worden waardoor ze wellicht wat minder toepasbaar zijn op je lesstof.
Feedback
Als de doelen bekend zijn en leerlingen gaan aan het werk, dan komt kolom 2 in beeld: Waar is de leerling nu?
Formatief lesgeven betekent niet dat je niets meer toetst. Misschien toets je wel vaker dan voorheen, maar op hele andere manieren en op andere momenten. Waar het om gaat is dat je momenten creëert waarin jij als docent, de leerlingen van elkaar, of de leerling van zichzelf de balans kunt opmaken hoe ver de leerling is in het behalen van de leerdoelen. Manieren om dat te doen zijn legio.
Wat voorbeelden:
- Met korte snelle quiz programma’s als Plickers, Kahoot, Socrative, Quiziz, Quizalize, Quizlet live of met het gebruik van wisbordjes, waarbij je per leerling en per vraag snel kunt zien wat er helder is en wat nog niet. Vaak gebruik je deze om als docent in de klas een vervolg te bepalen voor de lesinhoud direct aansluitend;
- Met programma’s als Nearpod, The AnswerPad, Edpuzzle, Showme en GoFormative, waarbij je iets verder kunt gaan dan een snelle quiz. Bij deze programma’s kun je leerlingen voorzien van feedback op vragen. De resultaten van leerlingen zijn blijvend vastgelegd en kunnen ook verbeterd worden door leerlingen op dat moment of later. De feedback hier is gericht op het individu en bepaalt niet zo zeer het directe vervolg van je les. Dat kan overigens wel met deze tools, ze hebben allemaal de mogelijkheid om ook een quick question te stellen.
- Met opdrachten, toetsvragen en controle van begrip vragen op papier. Met een uitwerkingenmodel kun je hier niet alleen eigen werk laten nakijken maar ook peerreview toepassen door leerlingen van elkaar te laten nakijken. En elkaar feedback te geven op het gemaakt werk.
- Met een exit ticket per les waarin je vragen stelt als: Wat heb je geleerd deze les? Heb je allen begrepen? Zo niet: welke hulp heb je nog nodig?
- Peerscholar is een digitale omgeving die al wat verder gaat en ook de feedback ontvanger terugkoppeling laat geven over de toepasbaarheid/kwaliteit van de ontvangen feedback.
Feedforward
Over het feedforward deel hebben we veel minder tijd meer gehad. We zagen wel sterk dat hier het bijdrage van de docent bij ons allemaal nog het meest gebruikt wordt. Dat zie je ook in het schema. In feite is het de docent die de feedforward geeft, en de leerlingen elkaar die als informatiebron gebruiken. De uitdaging die ik in ieder geval voel is dat ik het eigenaarschap bij de leerling wil laten hier, maar tegelijkertijd is het de leerling die een soort wacht op mij om de feedforward te ontvangen. Sacha van Looveren heeft daar al over nagedacht bij het opstellen van haar lesplan. Ze heeft daarin, zoals je hieronder kunt zien, in de leerroute een aantal vertakkingen gemaakt op basis controle vragen. Het resultaat van de controle vraag bepaalt het vervolg van de route. Het liefst heb je hier volledig arrangeerbare (en bij voorkeur adaptieve) software voor.
Kwaliteit van feedback
Onderzoek geeft aan dat peerreview en peerfeedback krachtige instrumenten zijn om het leren te bevorderen. Met name voor de feedbackgever. Een vraag die we niet uitgediept hebben, maar die wel benoemd is, is hoe je de kwaliteit van de feedback die leerlingen elkaar geven kunt verhogen. Goede feedback kunnen geven is niet iets wat je zomaar doet of kunt. Ook daar zul je leerlingen in moeten trainen. Er is echter nog nauwelijks lesmateriaal voorhanden om leerlingen te leren feedback te geven. Wat peerscholar hier in doet is al een stuk reflectie, maar nog steeds is trainen op het proces van feedback noodzakelijk. Misschien iets voor een vervolgsessie?
The after party
Wat doet zo’n bijeenkomst met de aanwezigen? Hier zo maar een paar terugblikken op twitter:
Leeropbrengst Frans Droog : https://fdroog.wordpress.com/2016/10/30/leren-voeden-via-feedup-feedback-feedforward/
Blog van Rhea Flohr: http://rheaflohr.weebly.com/blog/the-crowd-organiseren-van-feedback
Voor mezelf: ik heb het schrijven van een blog nodig om alle indrukken te verwerken. Mijn volgende stap is dat ik met name wil gaan kijken naar het maken van een start met peerfeedback. Mijn leerdoelen krijg ik met mijn rubrics voldoende in kaart om u meer aandacht aan de feedback tussen leerlingen te gaan bevorderen. Ik ben dan ook erg blij dat we bij Rob van Bakel mogen aanschuiven over een paar weken als hij een workshop peerfeedback gaat geven. We gaan wisbordjes bestellen, want collega Kirsten en ikzelf hebben ook te maken met klassen waarin de tablet/laptop niet altijd beschikbaar is. En vooral gaan we met collega’s delen wat vandaag allemaal is langsgekomen.
Delen is het nieuwe vermenigvuldigen.
PS: uiteraard is ook deze aanbod geweest, hij blijft prachtig.