Sinds de discussie rondom het niveau van rekenen van Nederlands scholieren gestart is, jaren geleden, is het onderwijs gaan reageren (al dan niet gedwongen) om er voor te zorgen dat dat niveau weer gaat stijgen.
Het gaat mij nu niet om de discussie rondom de rekentoets, maar meer om hoe we daar als onderwijs mee aan de slag zijn gegaan. En met welke rendementen.
Met de rendementen beginnend, moet ik toch de rekentoets even aanstippen. Als het gerucht ook maar enigszins waar is dat de staatssecretaris overwogen heeft om een 3,5 als cijfer te hanteren als ondergrens voor het slagen voor de rekentoets, mag ik dan de conclusie trekken dat het niet gelukt is in het onderwijs om de rekenvaardigheden voldoende te laten stijgen (los van de discussie over de kwaliteit van de rekentoets)? Eigenlijk zou ik van de mbo’s en hbo’s wel eens willen horen of zij een niveaustijging ervaren na al die jaren extra rekenonderwijs in het VO!?
Bij ons op school, en op veel scholen, is er een reken-uur in de lessentabel bijgekomen. In dat uur gaan leerlingen weer rekenen. Met de toegenomen digitalisering, adaptieve systemen en gepersonaliseerd leren lijkt daar een gigantische mogelijkheid te liggen om leerlingen met behulp van nieuwe technologie zich individueel verder te laten ontwikkelen m.b.t. de rekenvaardigheden. In dat reken-uur kruipt de leerling achter de pc/laptop/tablet en gaat aan de slag met programma’s als Rekenblokken, Got-It, Count on Me, Studyflow of aanverwante programma’s. Wat doet de docent bij zo’n rekenles? Ik vermoed dat te veel docenten volledig blind varen op de motivatie van de leerlingen om zelf beter te willen worden in rekenen en dat de software dat allemaal regelt en oplost. Ik heb ook zo’n tijdje die gedachte en verwachting gehad.
Op de onderwijsdagen twee weken geleden spraken we over curriculum bewustzijn, organiseren van lesmateriaal en het niet moeten worden of zijn van een methodeslaaf. Een methode is een raamwerk, een houvast, maar jij als docent bepaalt hoe, waar en wat van de methode jij wilt inzetten.
Hetzelfde gaat op voor goed rekenonderwijs. In mijn ogen moet dat weer rekenles worden, waarbij de docent de (veelal digitale) methode daar inzet, waar het toegevoegde waarde heeft. Het leerlingen zelfstandig laten werken met dit soort ICT toepassing zorgt er m.i. hoogstens voor dat reeds beheerste rekenvaardigheden onderhouden worden. En dan mag je van geluk spreken als dat zo is. Ik heb de afgelopen vier jaar niet ervaren dat de rekenscores hierdoor significant verbeterd zijn.
ICT is een prachtmiddel om in te zetten bij rekenles, je kunt er geweldig mee differentiëren, leerlingen kunnen bergen sommen oefenen. Maar laten we a.u.b. wel de docent aan het stuur houden en (mede) laten bepalen wat de leerling moet oefenen, welke uitleg hij nog kan en gaat krijgen van jou en wat hij of zij kan doen om een ‘level up’ te komen.
Ik moet uit mijn luie ‘coach’ stoel komen en volgens mij weer ‘gewoon’ goed rekenles gaan geven. Met uitleg, met begeleid oefenen, met directe en persoonlijke feedback, met complimenten en bemoedigende woorden. Wie volgt?