De maakbaarheid van leerprestaties – mijn 3 havo

De eerdere reflecties op de ontwikkelingen in mijn 3 havo klas verdienen nog een afronding, al was het maar voor mezelf om te kijken wat ik mee kan nemen naar komend schooljaar.

De eerdere blogs zijn terug te lezen: Kleine succesjes (met vallen en opstaan), Door de vier fasen van leren

De afgelopen maanden heb ik minder geblogd over hoe het me in deze klas vergaan is dan ik had gewild. Het stuk klassenmanagement kreeg een hele andere invalshoek door de overgang naar eerst volledig, en daarna deels online onderwijs. Mijn aandacht verschoof van orde houden naar het vasthouden en zo maximaal mogelijk krijgen van de betrokkenheid en motivatie van de leerlingen.

De laatste weken

In de laatste drie echte lesweken van het schooljaar moest ik door persoonlijke omstandigheden wat gas terug nemen en daarmee ook wat meer loslaten. Doordat ik met deze klas redelijk ruim in de planning zat, stond er gelukkig geen druk op het programma. Ik had zelfs meer dan één week extra herhalingstijd in de planning staan, in aanloop naar de afsluitende toets.

In één van de laatste lessen heb ik de klas geattendeerd op mijn uitgesproken ambitie in de eerste les van het schooljaar: niemand een onvoldoende op het eindrapport. Waar twaalf leerlingen met een onvoldoende voor wiskunde het vorige jaar afgesloten hadden, stonden er op één toets voor het einde nog twee leerlingen op een onvoldoende (een 5,4 en een 5,2).  Die twee leerlingen hebben een uitstekend resultaat behaald, waardoor ook zij met een voldoende voor wiskunde overgaan naar 4 havo. Maar, er is ook een leerling die een 3,6 heeft behaald en van de 5,7 naar een 5,1 is teruggevallen. Daarmee hebben we de de ambitie helaas niet gerealiseerd, maar met elkaar zijn we een heel eind gekomen.

Wat mij een beetje dwars zit van deze laatste paar weken, is dat ik zag dat niet alle leerlingen zelfstandig tot het leren van wiskunde kwamen op de manieren en met de strategieën die ik ze dit jaar aangeleerd heb, en die we volop hebben toegepast in de lessen. Ook waren er leerlingen die al uitgerekend hadden dat ze een -2,8 mochten halen en dan nog steeds een voldoende zouden staan, waardoor de motivatie bij hen ver te zoeken was. Dat ze deze wiskunde volgend jaar ook nodig hebben en moeten kennen, ging het ene oor in (als dat al gebeurde) en het andere oor uit bij deze leerlingen.

Wat zegt de pedagogiek?

Terwijl ik hierover aan het mijmeren was, vond ik het boek Frankenstein en de pedagogiek, over de mythe van maakbaarheid in opvoeding en onderwijs (Philippe Meirieu) op mijn deurmat. Voordat ik echt begonnen ben met lezen van het boek, heb ik eerst de achterflap, het voorwoord van Wouter Pols en de afsluitende paragraaf van het boekje gelezen.

Twee citaten die ik toen al tegen kwam sloten aan bij waar ik over aan het reflecteren was. Die twee citaten zijn:

‘Je ontmoet iemand die afhankelijk is van jou, en van wie ‘iets’ gemaakt moet worden, maar op wiens vrijheid jouw wil geen greep heeft’.

‘Pedagogiek is praxis. Dat wil zeggen dat de pedagoog de opdracht heeft onophoudelijk te werken aan condities die het mogelijk maken dat kinderen en jongeren zich ontwikkelen maar tegelijkertijd ook zijn eigen macht inperken, opdat de ander zijn plaats kan gaan innemen.’

De mythe van de maakbaarheid

Ik dacht de afgelopen week eerst dat ik leerlingen teveel docent afhankelijk gedrag had aangeleerd, dat ik ze teveel meegesleept had en dat ik ze onvoldoende had aangereikt om op eigen kracht tot goede leerprestaties te komen (het resultaat van de afsluitende toets viel mij tegen). Ik weet dat ik niet iedereen op scherp heb gekregen door mijn verminderde focus de laatste weken, maar het zou te arrogant zijn om het daar aan op te hangen.

Met alle vakkennis die ik heb, mijn uitgebreide repertoire aan (vak-)didactiek en mijn kennis en inzet van evidence informed strategieën en technieken ten spijt: het is de leerling die zijn/haar keuzes maakt in het leren. 

Leren is niet maakbaar. Leren is een proces, waarbij de lerende zijn/haar keuzes maakt. Als docent kan ik veel aanreiken aan kennis, strategieën, vertrouwen, orde, feedback, etc. maar uiteindelijk heeft de lerende de vrijheid om daar eigen keuzes in de maken.

Komend schooljaar

Ook volgend jaar start ik met het uitspreken van het vertrouwen dat iedereen wiskunde kan leren en dat ik me in ga zetten om iedereen met een voldoende over te laten gaan. Dat heeft dit jaar geleid tot mooie resultaten, zowel qua cijfers als toegenomen zelfvertrouwen bij leerlingen. 

Ik ga nog nadenken over hoe ik bij het leren en het leren leren,  de eigen rol van de leerling ga benoemen en een plek kan geven. Hopelijk geeft het lezen van het hele boek van Meirieu daar nog wat aanknopingspunten voor.

Voor nu een fijne vakantie allemaal.