Geen verandering zonder weerstand en tegenslagen. Dat blijkt deze week wel.
Deze week hebben mijn leerlingen een afsluitende toets gemaakt. Althans dat was de bedoeling: ik wou graag nog één keer bevestigd zien wat ik dacht al te weten. Maar ook deze toets is een dikke formatieve toets worden geworden. Als ik de resultaten voor mezelf omzet naar cijfers (wat dus niet de bedoeling is, maar wat mij wel een check geeft) dan is het gemiddelde een 6,0 met 7 onvoldoendes die ook echt diepe onvoldoendes zijn. Twee daarvan verrassen mij heel erg.
Wat is er gebeurd? In de afgelopen weken heb ik leerlingen regelmatig een formatieve toets gegeven. Zowel op papier als digitaal. Aan het begin was dat een papieren versie. We starten de week met een check over de stof van de vorige week. Die toetsen keken ze van elkaar na, schreven leerpunten op en die heb ik daarna ook nog voorzien van feedback. Op basis van hun resultaten ben ik hun vaardigheden gaan bijhouden. De laatste week startte met een digitale toets. Iets omvangrijker en over iets meer vaardigheden. Op die toets heb ik online feedback gegeven en een groot deel heeft die feedback gebruikt voor een verbetering van de vaardigheid. Een deel ook niet, constateer ik (te laat). De online tool (GoFormative) maakt het mij niet heel makkelijk om te zien of en hoe de feedback verwerkt is. Het wordt dus tijdrovend om alle antwoorden na te lopen en die tijd is er niet altijd. GoFormative heb ik feedback gegeven hierop, en zij geven aan dat ze er mee bezig zijn om het voor de docent inzichtelijker te maken waar feedback verwerkt is.
Terugkijkend zie ik ook dat ik veel vaardigheden losstaand heb beoordeeld bij leerlingen. Als ik dan nu een aantal leerlingen spreek dan geven zij aan, dat het door elkaar moeten uitvoeren van geleerde vaardigheden veel lastiger is en dat ze daarom meer fouten hebben gemaakt dan verwacht. Andere leerlingen gaven eerlijk aan dat ze bij de eerdere formatieve toetsen iets veel samen hebben gewerkt en hun resultaten niet helemaal hun eigen resultaten waren.
Ik merk dat ik eerder teleurgesteld in mezelf was dan in de leerlingen. Blijkbaar is mijn manier van beoordelen van de te leren vaardigheden niet representatief genoeg voor wat ze nou daadwerkelijk al beheersen en wat nog niet. Of is er iets in de uitleg/instructie mis gegaan?
Tijd voor bijstelling van de aanpak dus.
Aan welke aanpassingen denk ik nu?
- Niet alleen losse vaardigheden toetsen maar ook in verband en in relatie met elkaar;
- Een soort twee trap raket maken: een score ‘Ik kan het bijna’ is de losse vaardigheid, die op zichzelf getoetst is. Een score ‘Ik kan het goed’ als dit ook later nog eens in een ander verband of samenhang nog een keer aangetoond wordt;
- Een manier vinden waarmee de leerlingen kunnen & moeten laten zien wat ze met de ontvangen feedback/feedforward/feedup gedaan hebben;
- Aan de vaardigheden lijst ook T2I (conform RTTI) vaardigheden toevoegen;
- Ik merk dat mijn focus op formatief beoordelen ten koste is gegaan van de controle van begrip tijdens de lessen. Het is dus tijd om het boek EDI er weer eens bij te pakken.
- Herstel werk van dit hoofdstuk: zeker de zware onvoldoendes gaan we alsnog ombuigen naar voldoendes met extra uitleg/oefenen en feedback geven.
Als er lezers zijn die me nog meer tips kunnen geven, dan hoor & lees ik die graag!