Geen cijfers meer week 4 – met obstakels

Geen verandering zonder weerstand en tegenslagen. Dat blijkt deze week wel.

Deze week hebben mijn leerlingen een afsluitende toets gemaakt. Althans dat was de bedoeling: ik wou graag nog één keer bevestigd zien wat ik dacht al te weten. Maar ook deze toets is een dikke formatieve toets worden geworden.  Als ik de resultaten voor mezelf omzet naar cijfers (wat dus niet de bedoeling is, maar wat mij wel een check geeft) dan is het gemiddelde een 6,0 met 7 onvoldoendes die ook echt diepe onvoldoendes zijn. Twee daarvan verrassen mij heel erg.

omdenken toets

Wat is er gebeurd? In de afgelopen weken heb ik leerlingen regelmatig een formatieve toets gegeven. Zowel op papier als digitaal. Aan het begin was dat een papieren versie. We starten de week met een check over de stof van de vorige week. Die toetsen keken ze van elkaar na, schreven leerpunten op en die heb ik daarna ook nog voorzien van feedback. Op basis van hun resultaten ben ik hun vaardigheden gaan bijhouden.  De laatste week startte met een digitale toets. Iets omvangrijker en over iets meer vaardigheden. Op die toets heb ik online feedback gegeven en een groot deel heeft die feedback gebruikt voor een verbetering van de vaardigheid. Een deel ook niet, constateer ik (te laat). De online tool (GoFormative) maakt het mij niet heel makkelijk om te zien of en hoe de feedback verwerkt is.  Het wordt dus tijdrovend om alle antwoorden na te lopen en die tijd is er niet altijd. GoFormative heb ik feedback gegeven hierop,  en zij geven aan dat ze er mee bezig zijn om het voor de docent inzichtelijker te maken waar feedback verwerkt is.

Terugkijkend zie ik ook dat ik veel vaardigheden losstaand heb beoordeeld bij leerlingen. Als ik dan nu een aantal leerlingen spreek dan geven zij aan, dat het door elkaar moeten uitvoeren van geleerde vaardigheden veel lastiger is en dat ze daarom meer fouten hebben gemaakt dan verwacht. Andere leerlingen gaven eerlijk aan dat ze bij de eerdere formatieve toetsen iets veel samen hebben gewerkt en hun resultaten niet helemaal hun eigen resultaten waren.

Ik merk dat ik eerder teleurgesteld in mezelf was dan in de leerlingen. Blijkbaar is mijn manier van beoordelen van de te leren vaardigheden niet representatief genoeg voor wat ze nou daadwerkelijk al beheersen en wat nog niet. Of is er iets in de uitleg/instructie mis gegaan?

Tijd voor bijstelling van de aanpak dus.

Aan welke aanpassingen denk ik nu?

  • Niet alleen losse vaardigheden toetsen maar ook in verband en in relatie met elkaar;
  • Een soort twee trap raket maken: een score ‘Ik kan het bijna’ is de losse vaardigheid, die op zichzelf getoetst is. Een score ‘Ik kan het goed’ als dit ook later nog eens in een ander verband of samenhang nog een keer aangetoond wordt;
  • Een manier vinden waarmee de leerlingen kunnen & moeten laten zien wat ze met de ontvangen feedback/feedforward/feedup gedaan hebben;
  • Aan de vaardigheden lijst ook  T2I (conform RTTI) vaardigheden toevoegen;
  • Ik merk dat mijn focus op formatief beoordelen ten koste is gegaan van de controle van begrip tijdens de lessen. Het is dus tijd om het boek EDI er weer eens bij te pakken.
  • Herstel werk van dit hoofdstuk: zeker de zware onvoldoendes gaan we alsnog ombuigen naar voldoendes met extra uitleg/oefenen en feedback geven.

Als er lezers zijn die me nog meer tips kunnen geven, dan hoor & lees ik die graag!

Actief leren zonder cijfers – week 3 ervaringen

Wat een wonderlijke wereld is het, als je met een klas bezig bent met leren i.p.v. met het werken naar een afrekenmoment. En wat geeft het een energie als je merkt dat leerlingen ontzettend kunnen sponzen, zo leergierig zijn dat ze na school en in een pauze nog willen komen laten zien dat ze weer iets kunnen.

In mijn vorige blog heb ik een afbeelding laten zien van de vaardigheden en hoe ik bij houd hoe leerlingen per vaardigheid scoren. Deze lijst werk ik na iedere les bij en deel ik met de leerlingen op onze elo. Ik heb voor het volgende hoofdstuk een vaardigheidslijst gemaakt met paragraaf aanduiding en extra kolommen, waarop de leerlingen ook hun scores zelf kunnen bijhouden. Dat geeft ze nog iets meer houvast merk ik. Sommigen hadden zelf al vinkjes gezet voor de vaardigheden van het lopende hoofdstuk.

GoFormative heb ik deze week voor het eerst gebruikt. Net zo enthousiast als ik ben over Edpuzzle (flipping the classroom, met vragen en feedback mogelijkheden), ben ik dat ook over GoFormative. Het bedenken van goed determinerende vragen die aansluiten bij de te leren vaardigheden staat natuurlijk los van de ICT tools die je inzet.  Ik kwam er daarbij ook achter dat ik bij bestaande toetsen over sommige vragen nu ineens twijfels kreeg. De vraag was zo krom, of de combinatie van gegevens eigenlijk zo apart dat ik constateerde dat ik daarmee niet kon meten wat ik wel wilde weten. Ja en wat toets – of beter meet – je dan eigenlijk? Het invoeren van de vragen in GoFormative is een eitje. Recht toe recht aan, what you see is what you get. Ik mis alleen specifiek voor wiskunde nog wel wat mogelijkheden om kwadraten en breuken bijvoorbeeld lekker weer te geven. Dat verzoek heb ik maar gelijk ingediend bij de makers. Het aanmaken van leerling accounts gaat snel door een csv bestand aan te leveren per mail aan GoFormative. Binnen 12 uur was ook dat geregeld.

Terwijl de leerlingen de vragen aan het beantwoorden zijn, kun je live meekijken met hun resultaten. Sterker nog, als een leerling aan het typen is bij een vraag en jij hebt die vraag open staan van die leerling, dan kijk je realtime mee. Bij die vraag zit ook de mogelijkheid om feedback te geven.GoFormative1

De leerling ziet die feedback direct verschijnen, en kan die dan ook verwerken in zijn of haar antwoord. Ik heb nu de leerlingen hun gemaakte werk laten verbeteren, en leerlingen hebben hun oude berekening verwijderd. Volgende keer moeten ze die laten staan. Streepje zetten en eronder hun verbetering laten zien. Dan wordt de leerstap ook veel zichtbaarder voor ze.

 

GoFormative2GoFormative3

 

 

 

 

 

 

 

In mijn les heb ik door het duidelijke overzicht qua scores nog eens de nadruk kunnen leggen op die vaardigheden die over de hele groep minder scoorden. Ik heb een groepje extra uitleg gegeven over de onregelmatige breuken, terwijl de rest zelf of in tweetallen verder aan het werken was.

Ik heb nog wel een proefwerk gepland. Stukje zekerheid en veiligheid voor mezelf. De klas weet dat ze er geen cijfer voor krijgen. Wel kan een gevolg zijn dat ze een bepaalde vaardigheid nog niet blijken te beheersen. Daar komt dan nog wel herstel werk voor ze uit. En voor mij ook, want waarom had ik dat dan nog niet eerder geconstateerd?  Het proefwerk is naar a.s. dinsdag gegaan omdat we er gewoon nog niet klaar voor waren. Ik zou gaan meten terwijl nog niet iedereen zo ver is. Ik heb het gevoel dat ik al veel meer denkfouten van leerlingen er nu uit heb gehaald,  waar ik anders pas na de toets was achter gekomen. Ik heb veel meer echt contact gehad m.b.t. mijn vak met leerlingen en gesprekken gevoerd over het achterliggende waarom van sommige rekenregels. Dit overstijgt mijn verwachtingen enorm.

Het mooiste moment was vanmiddag richting het eind van mijn les, toen twee wat zwakkere leerlingen vol trots hun laatste prestaties kwam laten zien om hun laatste ‘ik kan het nog niet’ weg te werken. Wat overigens prima gelukt is. Ik gaf hun een compliment omdat ik ze samen niet eerder zo hard heb zien werken voor wiskunde. Dat beaamde ze beiden. Ze vroegen veel feedback, lieten steeds het geleerde zien, vroegen extra oefensommen, zaten bij uitleg vooraan…en waarom?  ‘We houden niet van die rode vakjes, we willen gewoon alles op zijn minst een beetje kunnen en sommige dingen kunnen we gewoon goed!’ En zo is het.  De cijferman in mij  ziet nu dat deze twee ‘zorg kinderen’  qua vaardigheid op een beheersing van rond de 70% zitten. En dan moet ik nog twee vaardigheden meten. Qua inzet zitten ze op een dikke 100% score.  En dat voor leerlingen die nog nauwelijks voldoendes hadden gehaald! Wat enorm gaaf om die twee kanjers (geen ‘zorg kinderen’ meer)  zo trots het lokaal uit te zien lopen.

Dit is wat ons vak zo mooi maakt. Dit is waarom ik onderwijzer wil zijn.