Werkvorm voor formatief evalueren: feedback strookjes

Op het moment dat je formatief gaat handelen in je lessen, gebruik je werkvormen die niet alleen testen wat de leerling al weet, maar ook werkvormen die het leren bevorderen.

Een voorbeeld van zo’n werkvorm is het gebruik van feedback strookjes.

 

Feedback strookjes, zijn strookjes papier waarop een feedback staat, gericht op het werk van de leerling. De bedoeling is dat de leerling deze feedback verwerkt en daarna de kans krijgt om in een zelfde soort opgave te laten zien wat / dat er geleerd is.

Dylan Wiliam heeft mij geleerd dat feedback meer werk moet zijn voor de ontvanger om te verwerken dan de gever om te maken. Dat is mij de eerste keer niet gelukt bij deze werkvorm, omdat het toch even zoeken was naar een goede vorm om dit te doen. De tweede keer ging een stuk efficiënter, maar er blijkt zeker wel een zekere tijdsinvestering nodig.

In onze wiskunde klassen hebben de leerlingen een werkschrift en een schoolschrift. Al hun reguliere werk verwerken ze in hun werkschrift en zo nu en dan maken ze een opdracht in hun schoolschrift. Die opdrachten in het schoolschrift zijn voor ons (docenten) de momenten om een wat grotere controle van begrip vraag te stellen en waar we leerlingen feedback op geven. Dat schoolschrift gebruik ik bij deze werkvorm, maar je zou ook gewoon een opdracht op papier kunnen geven.

 

Hoe ik de werkvorm inzet is als volgt:

  1. De leerlingen maken individueel de opgave (deze keer op het bord gegeven) in hun schrift.
  2. Ik verzamel de schriften en na de les bepaal ik welke feedback ik per leerling op het gemaakt werk wil geven. Dat is feedback gericht op wat ik inschat wat het belangrijkste is voor de leerling om op dat moment te leren. Ik beperk mijn feedback ook daartoe. Ik geef maximaal twee feedback strookjes terug per leerling.
  3. De volgende les krijgen de leerlingen in groepjes hun schriften terug. Vervolgens leg ik alle feedback strookjes die bij die leerlingen horen, midden op hun tafel. De leerlingen krijgen vervolgens drie opdrachten.
    1. Zoek uit welke feedback bij welk werk hoort. Soms kan feedback bij meerdere schriften horen. Je kunt kiezen om iedereen precies twee feedback stroken te geven, zodat ze iets richting hebben dat de uiteindelijke verdeling ook echt moet kloppen.
    2. Na de check bij mij of hun verdeling klopt, moet de leerling de gekregen feedback opplakken in het eigen schrift en vervolgens gaan verwerken; op zoek gaan naar hun fouten. Dit gaat bij mij meestal in dezelfde groepjes, overleg daarbij is prima. Zo leren ze met en van elkaar. Komen ze er niet uit, dan geef ik wat meer richting. De ervaring is dat ik meestal niet zo heel veel echt uitleg of instructie moet geven, samen komen ze er wel uit.
    3. Nadat ze hun fouten hebben gevonden en ook een idee hebben hoe het dan wel moet krijgen ze een nieuwe soortgelijke opgave. Ik heb voor iedere opgave van de eerdere gegeven controlevraag een tweede soortgelijke paraat (op het bord). Die maken ze dan en kijken ze zelf na. Ik doe daar zelf niets meer mee (behalve leerlingen positief bemoedigen/complimenteren)

Wat ik fijn vind aan deze vorm is dat er verschillende activiteiten door leerlingen -samen en alleen – uitgevoerd worden op basis van de ontvangen feedback. I.p.v. het consumeren van de feedback vindt er een actieve verwerking plaats.

 

Praktisch

Ik heb bij iedere leerling in het schrift een letter gezet.

Vervolgens heb ik in een spreadsheet een lijst gemaakt met veel gebruikte feedback regels bij dit onderwerp. Deze lijst breidde zich uit tijdens het bekijken van het werk.

Bij iedere letter (schrift) heb ik twee regels in de spreadsheet gezet, met daarachter het nummer van de feedback regel die ik deze leerling wil meegeven. Dat nummer wordt vervolgens in de lijst opgezocht (met de formule: =VERT.ZOEKEN(B2;D:E;2;WAAR)) en de bijbehorende feedback regel wordt overgenomen.

 

 

 

 

 

 

 

 

De strookjes heb ik uitgeprint op een iets groter formaat en onder de snijmachine snel in strookjes gesneden. In ieder schrift de bijbehorende strookjes gestopt en iets laten uitsteken. Je kunt dan bij het uitdelen in de groepjes makkelijk de strookjes eruit trekken.

Voorbeelden:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Werkvorm downloaden als pdf:

Feedback strookjes

 

 

Bronnen / verder lezen:

Deze werkvorm heb ik ontleend aan een presentatie van Gerdineke van Silfhout (slide 34)

https://lerenvantoetsen.nl/wp-content/uploads/2016/06/workshop-gerdineke-van-silfhout.pdf

 

Over feedback in het algemeen:

https://www.vernieuwenderwijs.nl/handvatten-effectieve-feedback-geven/

 

Lia Voerman (didactisch coachen) over leerbevorderende feedback:

https://wij-leren.nl/feedback-geven-leerbevorderend-tips-praktijk.php

 

 

 

Werkvorm voor formatief evalueren: de Braindump


Op het moment dat je formatief gaat handelen in je lessen, gebruik je werkvormen die niet alleen testen wat de leerling al weet, maar ook werkvormen die het leren bevorderen.

Een voorbeeld van zo’n werkvorm is de braindump.

 

De brain-dump is een werkvorm waarbij de leerling zoveel mogelijk informatie over een bepaald onderwerp moet ophalen uit zijn of haar geheugen. Dit is een vorm van retrieval practice: het is niet alleen van belang dat een leerling kennis tot zich neemt, maar ook om die kennis paraat te hebben wanneer nodig.


Hoe ik de werkvorm inzet is als volgt:

  1. Ik stel de klas een vraag over een onderwerp en geef ze een paar minuten de tijd (afhankelijk van de vraag). Dat kan bijvoorbeeld zijn:
    1. Schrijf alles wat je van de vorige les nog weet aan regels over het rekenen met breuken.
    2. Schrijf het stappenplan op om de GGD van twee getallen te bepalen;
    3. Aan welke eisen moeten je uitwerkingen in je schrift voldoen?
    4. We gaan vandaag lineaire vergelijkingen oplossen. Wat weet je daar nog van van vorig jaar (/ hoofdstuk / les)?
  2. Ik vraag leerlingen een andere kleur pen / potlood te pakken en te gaan vergelijken met hun buurman of buurvrouw. Op basis van die vergelijking en dat gesprek moeten ze hun eigen braindump aanvullen dan wel verbeteren met die andere kleur. Ook hier geef ik een kort moment de tijd : een minuut of 4 a 5.
  3. a) Ik laat een tweetal vertellen wat ze hebben opgeschreven en vraag de klas wie er nog aanvullingen of vragen heeft. Deze aanvullingen verwerken ze vervolgens met een derde kleur pen / potlood.
    b) Als alternatief kies ik soms ook om mijn braindump op het bord te tekenen. Leerlingen kunnen dan op basis daarvan aanvullen en vragen stellen.
  4. Op basis van wat ik hoor kan ik twee beslissingen nemen
    1. Ik hoor voldoende inhoud om door te kunnen gaan met de les
    2. Ik bepaal om een (deel) van het onderwerp opnieuw aandacht te geven. Hetzij aan de hele klas of aan een deel ervan.

 

Van belang bij het uitvoeren is dat je als docent geen oordeel velt over hetgeen de leerlingen opschrijven. Een leerling kan niet falen bij deze opdracht! Er hangt helemaal niets van af voor de leerling enkel en alleen de oefening van het ophalen en activeren van (voor)kennis, en het aanvullen daarvan van wat daar aan ontbreekt.  Wil je dat het uiteindelijk een compleet en kloppende braindump wordt, kies dan voor variant 3b.

Voorbeelden:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Werkvorm downloaden als pdf:

De Braindump

 

Bronnen / verder lezen:

Braindump:

https://www.retrievalpractice.org/strategies/2017/free-recall

http://ditchthattextbook.com/2018/02/07/sticky-learning-digital-brain-dumps-with-flipgrid-and-socrative/

 

Blog: Brain – Book – Buddy

https://theeffortfuleducator.com/2019/03/13/brain-book-buddy-a-strategy-for-assessment/?fbclid=IwAR2uJEQfxpJBGCrgUCNc3j4AklFpopa7KRUgI1cri-6VLDRHH-OidTi_-Vo