Boekbespreking: De 5 interactiestappen voor leren

Op het Ashram College wordt sinds dit jaar formatief gewerkt met daarbij ook intensieve coaching van alle leerlingen en een ambitie om van didactisch coachen een onderdeel te maken van het dna van de school. Omdat bij formatief werken mijn hart ligt ben ik superblij hier een bijdrage aan te mogen leveren.

De school wordt bij deze implementatie begeleidt door Linque Consult, en met name Jannie Steegenga en Ella Kwakkestein. Zij (en wij dus ook) werken met het model: De 5 interactiestappen voor leren.

Deze 5 stappen komen mij erg bekend voor vanuit het plaatjes rondom formatief lesgeven die ik zelf altijd ‘gebruik’ als ik daarover praat met collega’s:

De 5 interactiestappen die benoemd worden in een cyclisch proces zijn:

  • Leerdoel
  • Creëren
  • Waarnemen
  • Feedback
  • Hoe nu verder…

Deze stappen kennen daarnaast een aantal dimensies die komen uit Didactisch Coachen (Voerman & Faber):

  • Inhoud en taak
  • Proces en strategie
  • Leerstand en gevoel (modus)
  • Kwaliteiten en talenten

Door deze combinatie te zien wordt ik gelijk al blij. Het model pretendeert niets compleet nieuws, het brengt juist verschillende uitgangspunten samen.

In het boek worden eerst de 5 interactiestappen en de 4 dimensies kort beschreven.
Vervolgens vindt per stap een verdieping plaats waarin aan de hand van een kort stukje theorie in combinatie met praktijkvoorbeelden (en scripts van gesprekken) toegelicht wordt, hoe de stap er in de praktijk uit ziet. Daarmee ervaar ik als lezer gelijk dat ik met kleine aanpassingen in mijn huidige manier van lesgeven (door ergens meer of minder aandacht aan te besteden, of bewust een actie te verrichten) al een flinke stap kan zetten in het vormgeven van de interactiestap in mijn les. De stap wordt vervolgens ook uitgewerkt in de 4 dimensies. Zo is er, bijvoorbeeld, aandacht voor niet alleen leerdoelen op lesinhoud (wat meest voor de hand ligt), maar ook op de dimensies van Strategie, Gevoel en Kwaliteiten.

In hoofdstuk 7 worden de uitgangspunten die bijgedragen hebben aan de ontwikkeling van dit model kort genoemd met daarbij een verwijzing naar bronnen. Zo komen o.a. terug het geloof in de ontwikkelbaarheid van mensen (benadering vanuit de growth mindset), mediërend leren van Feuerstein, breinprincipes (Dirksen), didactisch coachen, coachingstheorieën, formatief evalueren, motivatie theorieën (Ryan en Deci), etc.

Het boekje leest prettig weg. Verwacht niet al te veel diepgang en uitgebreide achtergronden op de verschillende stappen. Daarvoor is de insteek van het boekje te praktisch. Ik denk dat het voornamelijk een uitstekend boekje is voor als je iets wilt met formatief lesgeven en didactisch coachen en je vraagt je af: hoe doe ik dat en wat komt er bij kijken. Dit model/boekje geeft een mooie samenhang der dingen weer. Het geeft aan dat je met kleine gerichte veranderingen in je huidige lespraktijk al veel impact kunt maken op het leren van leerlingen. Die kleine stappen worden met praktische voorbeelden getoond. Ergens geeft het ook wel aan dat met 5 stappen en daarbij 4 dimensies, je in een ingewikkelde matrix werkt. Maar dat is onderwijs per definitie: een complex proces. Dat maakt ons vak zo mooi en uitdagend. Ik denk dat ik dit boekje nog best af en toe eens in zal kijken om mezelf scherp te krijgen en om gericht te kiezen waar ik eens wat extra aandacht aan wil gaan geven.

Portfolio-site van VO Content

Afgelopen dinsdag was ik met mijn collega Boris op bij de lancering van de Portfolio-Site van VO Content.

Het afgelopen jaar heeft VO Content met een paar scholen (Corlaer College en Martinuscollege) gewerkt aan deze nieuwe tool.

Zelf introduceert VO Content hun nieuwe tool als volgt:

Portfolio-site.nl is een nieuwe online tool waarmee leerlingen op een eenvoudige en gestructureerde manier de ontwikkeling van hun vaardigheden kunnen bijhouden en bewijsstukken kunnen bewaren. Je kunt hierbij denken aan vakvaardigheden, 21-eeuwse vaardigheden, LOB of werknemers-vaardigheden.

Nu mag je van alles vinden van de term 21-eeuwse vaardigheden. Probeer even door die term heen te kijken.

Onze school (het Ashram College, Alphen aan den Rijn) is dit schooljaar begonnen met coaching op persoonlijke ontwikkeling en leervaardigheden, formatief werken (en ook geen cijfers meer), projectonderwijs (m.b.v. edu-scrum) vanuit de eigen verwonderingsvraag en vakkenintegratie van een deel van de vakken. De leerlingen houden in een portfolio (nu nog Google Sites) hun vorderingen bij met ‘bewijsstukken van behaalde resultaten en zaken waar ze trots op zijn. In dat portfolio willen we ook de persoonlijke ontwikkeling (en de groei daarin) zichtbaar maken. Daarnaast zijn we op zoek hoe de de behaalde leerdoelen op een goede plek kunnen bijhouden zodat er overzicht is voor leerling, coach, ouder en vakdocent.

De startpagina van de portfolio-site ziet er als volgt uit:

Voor de leerlingen is deze nagenoeg gelijk, alleen de laatste optie ontbreekt.

Je biedt de leerling een portfolio aan, waarin de competenties en vaardigheden beschreven staan.
Als test heb ik een tweetal portfolio’s zelf ingericht (begin gemaakt) en één voorbeeld portfolio van een andere school overgenomen.
Per portfolio zie je welke competenties in dat portfolio terugkomen. In de presentatie lag de nadruk volledig op de competenties zoals te zien zijn in de voorbeeld portfolio onderaan.

Omdat wij ook geïnteresseerd zijn in het inzichtelijk maken en bijhouden van vak-leerdoelen heb ik ook een Wiskunde portfolio gemaakt.
Ik zie daarin de mogelijkheid om bij Competentie een overkoepelend wiskunde thema te noemen.
Onder competenties kun je prestatieindicatoren benoemen.  Hier zie je de prestatieindicatoren die horen bij de competentie Reflecteren:

In geval van het vak wiskunde, heb ik de leerdoelen binnen het overkoepelende thema op de plaats van de prestatieindicator geplaatst. Dat ziet er dan zo uit:

Je ziet hierin ook dat de leerling gescoord is op een aantal sterren. Dat zijn de verschillende niveau’s van beginner/ in ontwikkeling / gevorderde en expert. Dat lijkt heel sterk op een regel uit een rubric.

 

Hoe scoort een leerling hier nou op?

Dat komt uit het kopje taken wat je in het startscherm kunt zien. Je moet namelijk taken opnemen, die aan bijdrage leveren aan één of meerdere competenties. Als een leerling een taak maakt en afrond kan hij/zij zichzelf scoren en bewijsmateriaal toevoegen. Dat bewijs materiaal kan een afbeelding zijn, een video of een link (bijvoorbeeld naar een document op google drive).

 

Bij het toevoegen van bewijs kan de leerling er voor kiezen om dit onderdeel ‘in de etalage’ te zetten. Dus prominent zichtbaar op de startpagina van zijn/haar portfolio site. Overigens bepaalt de leerling ook zelf wie toegang heeft tot zijn/haar portfolio.

Het meest werk zal zitten in het opzetten van een goed raamwerk waarin je alle competenties en indicatoren verwerkt die je belangrijk vindt om te gebruiken op je school. Datzelfde geldt voor vakdoelen en succescriteria.

Het fijne is dat je als collega’s binnen een school portfolio’s kunt delen en ook kunt samenwerken aan een portfolio. Dat zijn gescheiden mogelijkheden. Fijn om samen te ontwikkelen, maar ook fijn dat een ander niet te portfolio per ongeluk kan wijzigen.

De leerlingen die een presentatie gaven op de bijeenkomst waren positief en enthousiast over het gebruik van de portfolio-site. Hij is eenvoudig en overzichtelijk in gebruik. Daarnaast vinden ze het prettig om niet alleen als cijfer gezien te worden, maar dat er ook naar hun andere kwaliteiten gekeken wordt. De portfolio-site kan zeker een mooie bijdrage ook leveren aan een (deel) invulling van het vmbo plusdocument. Zeker als je de LOB hier ook in mee neemt.

De Portfolio-site is te gebruiken als je school lid is van VO-Content. Single sign-on via een elo/ SOM / magister is geregeld. Maar gebruik wel een chrome browser is de aanbeveling.

Wij gaan donderdag onze bevinden presenteren aan de projectgroep binnen de school. Ons advies zal zeker zijn om hier met een paar coach groepen zo snel mogelijk ervaring mee op te gaan doen. Fijn is dat we al een groot deel van het raamwerk hebben (in losse documenten), dus we kunnen snel gaan invullen. Daarbij merkte in vandaag wel dat de indicatoren beschreven moeten worden in max 200 tekens. Daar gaan we soms overheen nu, dus dat wordt nog eens kritisch lezen en herformuleren.

 

TheCrowd.nl & afscheid nemen, maar toch ook weer niet

Een dag die al een hele tijd in mijn agenda stond: zaterdag 7 april 2018 , afscheidsfeest van The Crowd.

Afscheid en feest in één woord. En dat in combinatie met The Crowd.

Dat voelt dubbel, maar gek genoeg kwam dat hele gevoel niet bovendrijven op die prachtige stralende zaterdag in april op Het Houtens.

Dit soort bijeenkomsten, onderwijsfeestjes, zijn een genot om heen te gaan en je weer helemaal te laten vollopen met energie. Het zijn dit soort bijeenkomsten die voor mij gestart zijn met de EdCamp in Zoetermeer in 2015. Daar liep ik een aantal ‘crowdies’ tegen het lijf. Wist ik toen veel wat er aan onderwijs buiten mijn schooltje gebeurde? De mensen die je op deze bijeenkomsten ontmoet: de Rhea’s, Glenn’s, Rob’s, Jacques’, Patricia’s, Michel’s en de lijst goes on and on: allemaal onderwijsdieren met maar één doel: morgen een beetje betere docent te willen zijn dan vandaag.

Hoe? Door kennis en ervaring met elkaar te delen. Zonder bijbedoelingen, maar vanuit passie. Willen weten hoe een ander een ervaren probleem of uitdaging aanpakt; even je laten inspireren door succesverhalen en ervaringen van anderen. Even uithuilen op een schouder en je verhaalt kwijt kunnen.
Niet voor niets is #onderwijsvrienden veel gebruikt op 7 april. Ik hoop dat dat niet zal veranderen. Eerlijk gezegd durf ik wel te stellen dat dat niet gaan veranderen.

Als eerste op het programma stond samen met Melle (mijn oude huisgenoot op ’t Visser) een bordspel spelen: Het spel van verandering met gastheer en spelbegeleider Lambrecht Spijkerboer We kregen als taak een onderwijsvernieuwing binnen de school geïmplementeerd te krijgen. We mochten allerlei acties inzetten zoals: intervisie, informeel netwerk leren kennen, informatie over de geschiedenis van de school, nieuwsbrief delen, presentatie geven, materiaal delen, met mensen praten etc.

De medewerkers met wie je een interactie kon aangaan, waren verdeeld in management/bestuur (groen), onderbouw (rood) en bovenbouw (blauw). Van iedere medewerker had je een korte beschrijving met daarin in de basis hun houding t.o.v. school, veranderingen en /of wat zij belangrijk vonden. Voorloper, volgers en tegenstanders dus. En hoe pak je dan de verandering aan?

Op een gegeven moment wilden wij in een intervisiegroep met een aantal medewerkers samen komen.

Helaas:

Waar je achter komt is, dat de actie of activiteit die je inzet, wel moet passen bij de mate van betrokkenheid van de ander. Zo kun je drie fasen van betrokkenheid onderscheiden: De ik-betrokkenheid, de taak-betrokkenheid en de ander-betrokkenheid. Als iemand nog worstelt met wat de verandering voor hem betekent, en hij zelf nog niet zo goed weet wat het is, of hoe hij daar zelf over denkt, dan moet je dus nog niet gaan presenteren of iets dergelijks, maar vooral veel praten, aandacht geven, luisteren, verduidelijken etc.

Ik herken daarin de acties die we op mijn eigen school nu inzetten om de onderwijsvernieuwing die begonnen is in leerjaar één, dit schooljaar de school in te brengen om ook leerjaar 2 op te gaan bouwen. Meer mensen raken betrokken en hoe doe je dat? Super leerzaam dus dit spel. Zo heb ik in vier gesprekken deze week al gerefereerd naar wat ik uit dit spel heb kunnen halen. En dan hebben wij nog maar de verkorte versie gespeeld (en ook die niet uit).

Dit plaatje over CBAM is nog wel een interessante om hier te delen. Het zegt iets over mogelijke opvolgende fasen waarin iemand zit en de vragen die iemand zich in die fase stelt. Daarop inhaken bij je de ontwikkeling die je wilt implementeren kan wel eens heel waardevol zijn!

Dan een heerlijke lunch, met verse streekproducten uit Houten en omgeving. In het zonnetje buiten met #onderwijsvrienden. Genieten dus.

In de middag ben ik aangeschoven bij een workshop Visual Notes, gegeven door Bureau voor Beeldzaken. Uit mijn comfortzone, want in mijn beleving kan ik helemaal niet goed tekenen. Dat bleek achteraf nog wel mee te vallen. Met aardig wat tips en voorbeelden kwamen er plaatjes uit waarbij je de bedoeling die erachter zat vrij snel zag. En dat was ook de boodschap: een beeld zegt meer en onthoudt beter dan woorden alleen.


In het voorstelrondje moesten we een beeld tekenen wat iets zei over onszelf.  Vijf personen hebben zich daarna ook voorgesteld aan de hand van hun getekende beeld. En het zal je niet verbazen, maar persoon zes kon prima vertellen wie zich voorgesteld hadden. Alleen de naam erbij….die wist hij niet meer.
Dual Coding is natuurlijk niets nieuws maar het blijkt maar weer eens hoe ontzettend krachtig dit instrument inwerkt op het brein. En dus zou het een prominente plek moeten krijgen in je leeraanbod naar leerlingen toe.

De afsluitende borrel werd muzikaal omlijst door Blue and Broke.
Wellicht zullen onderwijskenners wel herkennen welke onderwijsgoeroe zich vandaag van een andere kant liet zien:

https://twitter.com/twitter/statuses/982604037085433856

Tijdens de borrel heb ik ook nog gesproken met o.a. Bob Hofman over het gebruik van peer-feedback (Peerscholar) bij wiskunde. We hebben een deal gesloten om begin komend schooljaar met een groep van wiskunde docenten bij elkaar te komen om met elkaar opdrachten te maken, reviewen en in te zetten t.b.v. peer-feedback bij wiskunde. Daar gaan we op reflecteren en voortborduren. We gaan aantonen dat ook bij wiskunde peer-feedback prima ingezet kan worden.

Met Koen Verheggen afgesproken om weer eens op het Beekdal Lyceum te gaan kijken hoe het hun vergaat met het onderwijsavontuur dat zij dit schooljaar zijn aangegaan. Vorig jaar zijn we daar langs geweest om met hen mee te denken en te delen wat wij reeds doen in het formatieve lesgeven. Erg interessant om te gaan zien hoe ze het nu inzetten en aanpakken.

Met Jacques gesproken over keuzes maken, wat belangrijk is in je werkomgeving, hoe je daar invloed op hebt en wat je daar zelf in wilt bijdragen en bereiken. Veel herkenning en overeenstemming.

Mieke Haverkort kort gesproken over waar je als pionier in het onderwijs tegen aanloopt, welke behoefte je dan hebt in steun, reflectie en meedenken. Hier komt ook nog wel iets moois uit verwacht ik zo maar.

En dan ben ik nog veel andere gesprekken vergeten, maar leuk, zinvol en inspirerend was het zeker.

Op de vraag:

“Wat neem je mee?”

Kun je al lezen dat dat heel veel is.
Maar het allerbelangrijkste in het meenemen is en blijft toch: #onderwijsvrienden

Tot een volgende keer allemaal!  Somewhere. Everywhere.